Warmer


"Wie heeft gezegd dat jullie om 4 uur al uit bed moeten? Welnee, die man houdt van grappen, zo vroeg hoeven jullie erhelemaal niet uit." Hoe laat dan? Gewoon, om 4.45. Wie is hier nu de grappenmaker?


Hoe dan ook, hij heeft mij niet hoeven wekken, want in tegenstelling tot de meesten die het hartstikke warm hebben gehad en zelfs shirts hebben uitgetrokken, werd ik halverwege wakker van de kou (dit zal voor de meesten van jullie niet als een verrassing komen, toch, ome Jan?) en heb amper nog geslapen. Het is snel klaarmaken, ontbijten en spullen inladen voordat we naar ons uitkijkpunt gaan lopen voor de zonsopkomst. Maar, helaas opnieuw, is het te bewolkt... We hebben wel een zonsopkomst kunnen fotograteren, maar niet van de rots.


We gaan op pad naar mount Kata Tjuta, welke, zoals jullie op de foto's kunnen zien, net zo breed zijn als mijn armen. Kata Tjuta betekent "Many heads". Het bestaat namelijk uit 36 rotsen, maar de Aboriginals tellen 1, 2, 3, many - dus Many heads. Hier krijgen we een stukje geschiedenisles en geologie, hoe Australie is ontstaan, dat een groot deel zee was en dat hierdoor de verschillende rotsen en gebergtes zijn ontstaan. Leuk was hier dat de gids na tijd aan mij vroeg of het overeenkomt met wat wij geloven over hoe lang de aarde bestaat en ik heb hem het een en ander hierover kunnen vertellen. 


Onze wandeling van zo'n 2,5 uur was zwaar, door de hitte en de klim die we in het midden kregen. Belangrijkste tijdens deze drie dagen was: drinken, drinken, drinken! Ik had een waterzak die je in je rugzak kunt doen en die van daaruit met een slang naar buiten komt, zodat je continu kunt drinken en niet steeds je fles hoeft te pakken. De eerste dag kon ik er tegen de avond echter niet meer eruit drinken omdat ik misselijk werd van de smaak van plastic. Op de camping was ik daarom erg blij gewoon water uit een mok te kunnen drinken, maar toen kwam ik tot de ontdekking dat de smaak niet door de waterzak kwam...


Maar goed, na de wandeling gingen we op weg naar onze barbeque stop voor de lunch. Had ik al gezegd dat het een zware wandeling was? Nou, het eerste wat we bij onze stop deden, was naar binnen gaan (het was bij een soort kamelen ranch, waar ze ook een gebouw hadden met de gebruikelijke toeristenartikelen), water drinken en genieten van de koelte! We hadden dorst, waren bezweet en gewoon moe. Onvoorstelbaar dat de mannen zich vol enthousiasme op de barbeque wierpen.


Weer op pad hadden we gehoopt wat te kunnen slapen tot aan de volgende camping, maar helaas, we hadden nog een onverwachte stop. We moesten een zandheuvel opklimmen en daar wachtte ons een verrassing: een meer! Het zag er prachtig uit en verschillenden stelden de onvermijdelijke vraag: kunnen we zwemmen?! Het antwoord kwam met een lach, nee, want het is een zoutmeer. Zeer teleurstellend, maar een prachtig uitzicht dat toch enigszins verfrissend werkte.