Heet.


Zaterdag was warm? Zondag was het nog warmer: 36 graden, gepaard met de opbeurende mededeling dat voor de wandeling van vandaag we meer water nodig zouden hebben dan de dag ervoor en er tijdens deze tocht geen plek zou zijn, zoals bij de vorige, om je watervoorraad aan te vullen.


Het was weer een goede nacht geweest waarin iedereen het lekker warm heeft gehad in zijn slaapzak, behalve ondergetekende. Toen we daarom de volgende ochtend werden gewekt, we mochten wel een heel kwartier langer slapen als de vorige nacht, kon ik toen de gids zei dat we eerst even van de sterrenhemel moesten genieten (ja, deze nacht hadden we hem wel!) mededelen dat ik dat al een tijdje had gedaan. Op weg naar de toiletten om me klaar te maken, kwam ik een heuse Dingo tegen, maar dat drong pas echt tot me door toen ik alweer de hoek om was. Het arme beest was meer bang van mij dan ik van hem, want hij deinsde terug en ik liep hem praktisch straal voorbij.


Op naar Kings Canyon. We wisten dat we de keuze zouden krijgen tussen de lange tocht van 3 uur en een korte tocht. De avond ervoor waren we het er bijna allemaal over eens om de korte te doen. De korte bleek echter erg kort te zijn, volgens de gids max. anderhalf uur heen en weer (achteraf bleek zelfs maar 40 min.) en de lange was voornamelijk zwaar in het begin, en daarna praktisch niet meer. Dat was voldoende om ons over te halen, maar wat voor mij het belangrijkste was, was dat deze langs de "Hof van Eden" zou leiden, en dat wilde ik niet missen. Niet vanwege de naam, maar omdat dit het mooiste plekje van de Canyon moest zijn. De twee gezinnen haakten af, waar de kinderen de vorige dag (tot onze verbazing) nog degenen waren die vooruit renden toen we omhoog moesten klimmen, konden ze het deze morgen niet meer aan. Met nog maar de helft van onze groep over, gingen we op weg. Inderdaad, de klim was vrij zwaar, maar het uitzicht en de rest van de tocht meer dan waard. We kregen weer veel les in de flora en fauna, kregen nog een Aboriginal verhaal te horen over het ontstaan van de Canyon en vooral dringende waarschuwingen om absoluut niet binnen twee meter van de afgrond te komen. Dit vanwege het gevaar dat rots stukken nog steeds naar beneden vallen of de wind ervoor kan zorgen dat je er vanaf wordt geduwd. Blijkbaar is er pas nog iemand naar beneden gevallen bij het poseren voor een foto.


We komen een paar gekko's tegen, diverse planten en bomen waarvan we te horen krijgen hoe deze worden gebruikt voor voedsel of medicijn en indrukwekkende uitzichten en rotsformaties. Wat we zien en hoe het voelt om daar te lopen, is onmogelijk te beschrijven, maar ik hoop dat jullie door de foto's een beetje een idee krijgen. O ja, uiteraard is er van alles terug te zien in de rotsen, van kamelen tot Sphynxen!


Met een trap gaan we naar beneden de Canyon in, waar we in een stukje paradijs terechtkomen. Onze gids had ons al gewaarschuwd voor het naar beneden gaan dat we in een totaal andere wereld terecht zouden komen en inderdaad, de Hof van Eden doet zijn naam eer aan met zijn kleine meer en aangrenzende rivier, omringd door palmen en ander groen. We rusten hier uit en genieten gewoon een moment van de omgeving.


Terug boven krijgen we de Canyon vanaf de andere kant te zien, de plekken waar we even daarvoor nog hadden gelopen, en dan is het helemaal duidelijk waarom we niet dicht bij de rand moeten komen. Daaronder bevindt zich namelijk helemaal niets. Het is een steile wand, die schuin naar binnen toe loopt door alles wat er al van deze rotsen naar beneden is gekomen.


Ja, het was heet, maar een geweldige tocht. Als ik aan het einde van de dag terug in mijn hotel ben, ben ik uitgeput en maak ik me klaar voor nog één hele vroege ochtend, waarna ik naar Adelaide vertrek.